Wat in 1973 begon als een snackbar, is ondertussen uitgegroeid tot een familiebedrijf. Of je nu op zoek bent naar truckaccessoires of gewoonweg wil genieten van een lekkere maaltijd onderweg: Joostshop is vandaag the place to be voor elke vrachtwagenchauffeur. De ziel van Joostshop? Joost natuurlijk! En hoewel hij vandaag met pensioen is, is hij nog steeds nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de onderneming.
Sterke band
Van snackbar naar truckaccessoires. Geen evidente evolutie. Volgens Joost was het een logisch gevolg. “De vrachtwagenchauffeurs brachten me op het idee Joostshop op te richten”, vertelt hij. “Ze vroegen me vaak of ik geen klompen verkocht, of handdoeken en onderbroeken. Simpele dingen die ze thuis vergeten waren.” Vandaag heeft Joost nog steeds een erg goede band met zijn klanten. “Sommigen van hen kende ik al van toen ze een jaar of 10 waren, en als kind met hun vader de baan op gingen.”
Family matters
Joostshop is een familiebedrijf, maar dat had het even goed niet kunnen zijn. “Ik heb mijn dochters nooit gepusht om mee in het bedrijf te stappen”, zegt Joost. “Dat is een beslissing die ze zelf moesten nemen. Ze zijn er eigenlijk gewoon ingerold.” Een beslissing die niet vanzelfsprekend was, aangezien hun vader soms dag en nacht werkte.
Dromen over de toekomst
Van snackbar tot winkel, van winkel tot online shop. Joostshop groeit, en daarmee groeien ook de dromen voor de toekomst. “We zien vandaag dat truckers uit Finland, Denemarken en zelfs Roemenië bestellingen bij ons plaatsen. Die bekendheid in het buitenland is een mooie erkenning die we te danken hebben aan de truckerscommunity”, zegt Joost.
Die community is tegenwoordig overal aanwezig. Online, maar ook offline. Volgens Joost is daar een simpele verklaring voor. “Truckers zijn dag in, dag uit onderweg in hun vrachtwagen. Die truck is hun tweede thuis. In elk land hebben ze een vaste locatie waar ze even halt houden, elkaar ontmoeten en verhalen delen met elkaar. Dat schept een band.”
Fantastische momenten
Joost blikt met trots terug op wat hij heeft opgebouwd. “Ik heb fantastische momenten beleefd, lief en leed gedeeld met medewerkers en klanten.” Waar hij spijt van heeft? Dat hij niet meer in de keuken kan staan!